be/a/ware (of) WolfValue
Ik had nog eens de kans om in Rotterdam langs de Wolfart Projectspace in de Charlois te gaan waar een curieus project aan de gang was – de uitnodiging was een combinatie van drie projecten en wat onduidelijk of het een samenwerking van drie kunstenaars of drie projecten ging – hoewel dit niet echt van belang is want ze functioneerden goed samen als geheel...
Whose Museum van de Canadese, in Zweden wonende Laura Hatfield (Lund U.) integreerde mij het meest, en ik had speciaal een object mee dat ik wilde schenken aan dit dubieus ogend museum... in de zin van niet geheel open en niet geheel toe – een limbo-ruimte waar objecten zwerven, wat verloren herinneringen of juist dingen zonder relaties, of toevalligheden, trouvailles, ready-found, verzonnen en bijgesleurd... who’s the museum misschien, of wie ben ik als niet curator, schenker, bezoeker en administrator ter gelijke tijd - want men mocht zelf het registratieblad, beschrijving en korte historie invullen in de fiche die dan in het systeem zal worden ingevoerd... het systeem van verloren toevalligheden, met of zonder specifiek verhaal. Maar bij nader toezicht begint met zich te realizeren dat men zelf de eigenlijke inzet is van dit gebeuren – of te wel systeem, als het ware, want een invoeging is dan ook onderdeel van wat een van de architecten (veronderstel ik) Jason Reizner (Bauhaus University ) Application Programming Interface noemt – en zo is men nilly-willy op een transnational en onophoudelijk expanderend universum van geregistreerde memorie terecht gekomen – via in dit geval de voornoemde artiste die hier als curator/conservator optreet. Ik ben benieuwd waar mijn stuk terecht zal komen, want ik had drie mogelijke herkomsten ingevuld, zijnde onzeker en evenredig voorstelbaar... (probability)
Wij zullen zien, ik veronderstel dat het even duurt tot de gegevens zijn ingevoerd en in omloop komen in het systeem dat blijkbaar van vele verschillende operatoren wordt onderhouden... Het leuke is dat men zich pas geleidelijk bewust is van de verrijkende consequenties van een deelname, vooral in deze tijden van Zuckerbergen en Honigpotterij... en terwijl de kinderen zonder vrees hun tekeningen aanbieden aan dit alles-vretende elektronisch monster – zelf het certificaat is van een soort naïef handgemaakt onnozel (innocent) formulier zo dat men geen erg in ziet in de database opgenomen te worden die wie weet waar terecht kan komen...
Gelukkig is er voor de afleiding een heus museumshop, strategisch aan de ingang geplaatst, zodat met nog alvorens het museum te betreden een kleinood of hebbedinges kan aanschaffen... ze zijn allemaal persoonlijk door kunstenaar Ieke Trinks opgeraapt, verpakt en van een beschrijving voorzien die zij ook nog van ergens anders bijeensprokkelt – dat wil zeggen het zijn nog verdere kunstenaars die hun bijdrage leveren – ja zelfs de koper is ook deelnemend operator... niet soms? Twijfel begint de overhand te nemen, en de spullen die ik had meegebracht werden niet aanvaard – het was dus niet zoals in het museum dat de dingen konden worden geregistreerd... Een meebrengsel viel helemaal door de mand wegens een defect dat ik tevoren niet had gezien, en de andere, wel, ik gooide ze dan maar weg, in de hoop dat ze op een of ander manier alsnog terecht zouden komen (ho! Chance operation)
Ik moest toch even bekomen en nadenken en bestelde een water met appeldiksap, en zag op de prijslijst dat deze 0 euro kostte... terwijl ik mij had voorbereid om gepluimd te worden, zoals het meestal in musea gebeurd... Dan viel mijn ook op een klein onopvallend standje in de achtertuin, waar Iris van Wijk een collectie impressies tentoon aanbod: impressies van objectjes die zij in haar hoedanigheid als service-persoon in de huiskamers en bureaus van mensen opmerkt – en in een klein doosje met klei afdrukt... zodat ze alleen de indruk weerhoudt, maar al het materiele achterlaat... Ik werd betrapt in het beweren dat er in Alexandrië ook kleitabletten waren, terwijl deze ver weg in het huidige Syrie woonden, en aan de Nijl alleen papyrusriet in aanmerking kwam... Zo stond ik wat verdwaasd naar de light impressies te kijken in de bakkende zon, mij afvragend wat er als negatief resultaat bij een mogelijke afgietsel zou resulteren... of positief, her-geconstitueerde image van iets verloren of ten minste achter gelaten iets...
Het geheel werpt de vraag op van het imaginaire origineel, de functie en rol van het museum en de publiekcommerciële samenwerking – als persiflage maar ook functionerend serieus, labo-achtig over tijd en ruimte gespreid... (Whose museum al van 2008) – levend onderzoek naar alternatieve vormen van opslag en classificatie - altijd iets wat mij heeft geboeid... de combinatie met ‘value & impressions’ projecten functioneerde wel, ook al trekken ze wat in diverse richtingen... Het heeft ook iets immaterieel terwijl het materiaal als medium handhaaft – musea zoals die van Patterson (subconscious) of Bucqoy (onderbroek) springen voor de geest... wij zullen zien waar ons mysterieuze bijdrage terecht komt...